De boete van € 60.000,– die het Commissariaat voor de Media eind 2009 aan NOS had opgelegd voor overtreding van artikel 2.89 Mediawet (sluikreclameverbod) is door de rechtbank Amsterdam op 14 juli 2013 (LJN BY8744) gehalveerd. In de uitspraak komt de rechtbank tot de conclusie dat het Commissariaat geen boeteverhogende omstandigheid, maar wel een boeteverlagende omstandigheid had moeten meewegen bij het vaststellen van de hoogte van de boete.
Wat was er aan de hand? NOS had in uitzendingen van het programma Studio Sport achteraf meerdere malen het beeldmerk van de Sponsor Bingo Loterij (SBL) aan het beeld toegevoegd en getoond (‘scribes’). Het Commissariaat had een boete opgelegd, overwegende dat hier sprake is van een ‘vermijdbare andere uiting die onmiskenbaar tot gevolg heeft dat de afname van een product wordt bevorderd’ (ofwel sluikreclame, zie artikel 2.89 Mediawet). Daaruit vloeide een boete voort van € 60.000. De hoogte van de boete baseerde het Commissariaat op de constatering dat sprake was van een ernstige overtreding, waardoor de overtreding volgens de Beleidslijn in de boetecategorie € 20.000,– tot € 80.000,– valt. Het Commissariaat koos vervolgens niet voor het midden van die bandbreedte (€ 50.000,–), maar voor € 60.000,–. Er deed zich namelijk, vond het Commissariaat, een boeteverhogende omstandigheid voor: het Commissariaat had al vaker geoordeeld over ingemonteerde beelden en NOS had dus beter moeten weten.
De beroepsgronden van NOS slagen grotendeels niet. Zo vindt de rechtbank dat kijkers opgeroepen worden om de producten van de SBL (loten) te kopen, is daarmee irrelevant of SBL als liefdadigheidsinstelling te kwalificeren valt, en blijkt het overdadig of overdreven karakter van de vermelding al uit het feit dat de beelden achteraf ingemonteerd zijn.
De beroepsgrond die zich richt tegen de hoogte van de boete slaagt wel. De rechtbank komt tot de conclusie dat niet is voldaan aan de eisen voor het aannemen van een boeteverhogende omstandigheid. Daartoe overweegt de rechtbank dat de rechter zich nog niet heeft uitgesproken over dit type scribes. Bovendien is niet gebleken van recidive van overtredingen van dezelfde aard. Vervolgens komt de rechtbank tot de conclusie dat sprake is van een boeteverlagende omstandigheid. De onderhavige overtreding is namelijk niet eerder voorgekomen en bestraft door het Commissariaat (anders dan het Commissariaat naar voren had gebracht). Verder heeft de NOS inmiddels adequate maatregelen genomen om herhaling van de overtreding te voorkomen. Slotsom van de rechtbank is dan ook dat de boete van € 60.000,– moet worden gematigd tot een bedrag van € 30.000,–.
Uit deze uitspraak blijkt weer eens dat de bestuursrechter besluiten tot oplegging van een boete indringend toetst. Terecht: boetes zijn bestraffende sancties; de bestuursrechter mag dan niet volstaan met een terughoudende, marginale toets.