J.K. Rowling heeft haar Potter-saga af en wilde – na een roman onder eigen naam -, nu onder een pseudoniem een boek uitbrengen. Zo zou ze “eerlijke” recencies kunnen krijgen, die niet zouden worden “aangetast” door haar achtergrond als mrs Harry Potter. Ze verzon het pseudoniem Robert Galbraith en publiceerde onder die naam recent het boek The Cuckoo’s Calling. Een boek dat zeer lovende recensies kreeg.
Enkele maanden later lekte echter uit dat J.K. Rowling achter het pseudoniem Robert Galbraith zat. Het lek bleek nota bene bij haar eigen advocatenkantoor te zitten. Eén van haar advocaten had volgens berichten in de media in al zijn enthousiasme het geheim verteld aan de beste vriendin van zijn vrouw. De vriendin speelde dit weetje vervolgens door aan een journalist van de Sunday Times. J.K. Rowling was not amused:
“To say that I am disappointed is an understatement. I had assumed that I could expect total confidentiality from Russells, a reputable professional firm, and I feel very angry that my trust turned out to be misplaced.”
Een zeer pijnlijke situatie voor het advocatenkantoor dus, dat inmiddels een schikking trof met de schrijfster. Het kantoor betaalt naar verluidt alle door J.K. Rowling gemaakte juridische kosten en zal daarnaast een donatie doen aan The Soldiers Charity, een goed doel ten behoeve van gepensioneerde militairen.
In Nederland speelde eerder dit jaar ook een zaak over de onthulling van het pseudoniem van een schrijfster. Patricia Perquin, het pseudoniem van de schrijfster van een boek over het leven achter de ramen op de Wallen, startte een tweetal procedures tegen De Volkskrant, die haar ware naam wilde publiceren. In kort geding oordeelde de voorzieningenrechter dat de Volkskrant de naam mocht publiceren.