De Europese Commissie is een consultatie gestart in verband met het opstellen van een nieuwe mededeling staatssteun voor de audiovisuele sector, ter vervanging van de huidige filmmededeling. Door de jaren heen is er een groot aantal films geproduceerd met behulp van staatssteun van EU-lidstaten, waaronder bekende films als Slumdog Millionaire, Gomorra en Waltz with Bashir. Het verlenen van staatssteun zonder goedkeuring van de Europese Commissie wordt gezien als een schending van het mededingingsrecht, indien geen beroep kan worden gedaan op een specifieke uitzondering. Op de naleving van het verbod wordt streng toegezien door de Europese Commissie. Onder meer steunmaatregelen die de “cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed” bevorderen kunnen echter onder een uitzondering vallen.
Om nadere invulling te geven aan deze uitzondering voor “cinematografische en andere audiovisuele werken” heeft de Europese Commissie in 2001 de filmmededeling vastgesteld. Daarin wordt de voorwaarde gesteld dat de steunmaatregel niet meer dan 50% van het filmbudget bedraagt (‘50%-regel’). De filmmededeling 2001 is echter eind 2012 verlopen en aan vervanging toe. De Europese Commissie nodigt eenieder uit om een zienswijze in te dienen naar aanleiding van het concept van de nieuwe filmmededeling.
De belangrijkste voorgestelde aanpassingen zijn:
- De filmmededeling 2001 voorzag in de mogelijkheid voor nationale instanties om de eis te stellen dat tot 80% van het filmbudget van de gesteunde film op het grondgebied van de desbetreffende lidstaat wordt, ongeacht de hoogte van het steunbedrag. De ervaring heeft geleerd dat sommige lidstaten deze regel zo toepasten dat zij ook bij een relatief laag steunbedrag, producenten de eis oplegden om 80% van het gehele filmbudget in de desbetreffende lidstaat te besteden. Dit vormt een disproportionele bevoordeling van de nationale industrie. Om die praktijken tegen te gaan heeft de Europese Commissie de 80%-regel uit de mededeling 2001 zo aangepast dat een territorialiteitseis gerelateerd moet zijn aan het steunbedrag. De territorialiteitseis mag volgens het concept maximaal 160% van het steunbedrag bedragen.
Ter illustratie: een filmbudget bedraagt 10 miljoen, een steunbedrag van 1 miljoen wordt toegekend. Op basis van de nieuwe territorialiteitseis mag de voorwaarde gesteld worden dat 1,6 miljoen euro nationaal besteed wordt, terwijl voorheen 8 miljoen euro aan die voorwaarden mocht worden gebonden.
Overigens blijft de 50%-regel onverkort gelden. - Bij de toekenning van staatssteun mag een lidstaat geen criteria toepassen die zijn gebaseerd op de herkomst van goederen, diensten of werknemers. Met andere woorden, ook wanneer de regeling eist dat bepaalde productieactiviteiten plaatsvinden op het grondgebied waar de steun wordt verleend, dienen uitgaven voor goederen, diensten of werknemers uit alle EER-Staten in aanmerking te kunnen komen.
- Voorheen werd staatssteun voor videogames soms onder de filmmededeling 2001 beoordeeld. De Europese Commissie heeft in haar voorstel het toepassingsgebied niet tot videogames willen uitbreiden.
- Om het hoofd te bieden aan de effecten van digitalisering van films, kan steun worden verleend voor de modernisering van bioscopen. Zulke steun is slechts toegestaan wanneer dit noodzakelijk, evenredig en geschikt is.
De voorgestelde wijzigingen zijn misschien niet heel ingrijpend, maar leiden wel tot een verruiming van de mogelijkheden tot het verkrijgen van steun voor de productie van films in de lidstaten. Na twee eerdere consultatierondes biedt de Europese Commissie aan belanghebbenden nu een laatste mogelijkheid tot het indienen van commentaar op de voorstellen (tot 28 mei 2013 te verzenden aan: stateaidgreffe@ec.europa.eu).
De input van de vorige consultaties kunt u hier en hier vinden. Meer algemene informatie vindt u hier.
Auteurs: Annemieke van der Beek en Fabian Kroon.