In het populaire online programma ‘BOOS’ van BNNVARA brengt presentator Tim Hofman kwesties aan het licht waar kijkers, zoals de naam al doet vermoeden, boos over zijn. Het programma heeft een aflevering gewijd aan het bedrijf UrgentieWoning. UrgentieWoning beheert de website www.mijnurgentie.nl, waarop consumenten een aanvraag voor een urgentieverklaring kunnen doen. Een aanvraag voor een urgentieverklaring gaat altijd via de gemeente. Urgentiewoning functioneert in feite als tussenpersoon door de aanvraag, tegen betaling, vervolgens bij de gemeente in te dienen.
In de aflevering van BOOS over UrgentieWoning wordt aandacht besteed aan de praktijken van het bedrijf. Centraal in deze zaak staat de ervaring van een van de kijkers van BOOS. Tim Hofman vertelt in de aflevering over een aanvraag die door UrgentieWoning, tegen betaling, in behandeling is genomen, maar waarvan vervolgens bleek dat deze aanvraag helemaal niet ingediend kon worden. De reden hiervoor was dat de Huisvestingsverordening van die gemeente als eis stelde dat je in bepaalde gevallen ‘ingezetene’ van die gemeente moet zijn om een urgentie verklaring te krijgen.
UrgentieWoning vindt dat BNNVARA onrechtmatig handelt door dit negatieve beeld van hen te schetsen. In het bijzonder vallen ze over de uitlating dat de aanvraag niet gedaan kan worden. Volgens hen kan het in theorie wel (als de slagingskans buiten beschouwing wordt gelaten). Hiermee wordt volgens hen de indruk gewekt dat ze mensen oplichten door geld te vraagt voor diensten die zij niet kan leveren. UrgentieWoning vordert een rectificatie, schadevergoeding, een verbod om zich negatief uit te laten over UrgentieWoning en zelfs een soort straat- en contactverbod van 6 maanden.
Het belangrijkste argument dat UrgentieWoning aanvoert is dat, los van de vraag of het kans van slagen heeft, een aanvraag altijd ingediend kan worden. BNNVARA stelt daartegenover dat die uiting nooit onrechtmatig kan zijn, omdat deze feitelijk gezien gewoon juist is. Het woord ‘kunnen’ ziet niet letterlijk op het feit of de aanvraag formeel gezien ingediend kan worden, maar op het feit dat de aanvraag kansloos is. Het spreekt dan ook in hun voordeel dat:
- De ACM in een besluit over de misleidende praktijken van, onder andere, de rechtsvoorganger van UrgentieWoning, ook spreekt over het niet kunnen indienen van een aanvraag als iemand geen ingezetene is en de gemeente die eis wel stelt.
- UrgentieWoning zelf, in een eigen e-mail, ook de letterlijke woorden “u kunt alleen indienen” gebruikt in dezelfde context als waarin BNNVARA het gebruikt.
De rechter volgt de argumentatie van BNNVARA en oordeelt als volgt: “De in de aflevering gedane uitlating dat UrgentieWoning zich laat betalen voor een aanvraag die niet kon worden gedaan, kan in het licht van het voorgaande als juist worden gekwalificeerd”.
Vervolgens doet UrgentieWoning nog een beroep op schending van het recht op wederhoor en schending van journalistieke maatstaven. Er is volgens de rechter wel wederhoor toegepast. Ook is “het recht op wederhoor geen absoluut recht” en is de Code voor de journalistiek “op zichzelf geen rechtens aan te leggen criterium waaraan de rechter moet toetsen”.
De uitingen zijn daarom volgens de rechter niet onrechtmatig omdat ze juist zijn. De belangenafweging valt uit in het voordeel van BNNVARA. Nu de uitingen als juist zijn bestempeld, is er ook geen sprake van pestgedrag en geen reden om aan te nemen dat BNNVARA dit in de toekomst zal doen. Alle vorderingen worden afgewezen.
BNNVARA werd bijgestaan door Jens van den Brink en Lotte Oranje.