Op 25 juni wees de Haagse rechtbank een verbod toe dat betrekking had op een reclamecampagne met bovenstaande slogan. De campagne was opgezet door Hooghoudt, de bekende Groningse jeneverstoker, en bedoeld om Hooghoudt’s eigen sterke drank producten aan te prijzen. Die zijn in de ogen van Hooghoudt namelijk wèl helemaal 2010.
Diageo, de producent van Smirnoff wodka, diende bij de rechtbank een zogenaamd ex parte verzoek in. Met zo’n verzoek kan de houder van een intellectueel eigendomsrecht vragen om een inbreukverbod, zonder dat de wederpartij daarbij gehoord wordt.
In het onderhavige geval stelde Diageo dat het gebruik van de aanduiding ‘Smirnoff’ in de reclame van Hooghoudt inbreuk op haar Smirnoff merken opleverde. De voorzieningenrechter ging daarin mee. Ook oordeelde de rechter dat er geen sprake was van geoorloofde vergelijkende reclame ‘aangezien er geen vergelijking plaatsvindt, maar enkel wordt gesuggereerd dat het product van verzoekster [Diageo] niet meer populair zou zijn, ten gunste van het product van gerekwestreerde [Hooghoudt]’. Het verzoek van Diageo tot het stoppen van de merkinbreuk werd daarom toegewezen.
Frappant detail daarbij is dat de rechter weliswaar Hooghoudt verplichtte de posters met daarop de gewraakte slogan weg te halen, maar alleen op die plekken waarvan Diageo onomstotelijk had aangetoond dat de posters daar ook daadwerkelijk hingen. En dat was maar op twee plaatsen in Nederland. Als Diageo meer informatie had gegeven over de bedoelingen en de rol van Hooghoudt, was dat wellicht anders geweest en was er misschien een ruimer verbod toegewezen, zo licht de rechter toe. De toewijzing van haar verzoek levert voor Diageo dus slechts een beperkte overwinning op.
Lees de beschikking (inclusief foto’s van de posters) van de voorzieningenrechter hier.